Meer ruimte voor nectarrijke bloemen en kruiden

Meer ruimte voor nectarrijke bloemen en kruiden
Nederland telt 139.000 kilometer aan bermen. Samen vormen ze een belangrijk natuurnetwerk voor talloze planten, insecten en kleine dieren. Door bermen ecologisch te beheren wordt deze functie voor de Nederlandse natuur nog sterker. Hoe kan de stad bijdragen?
De laatste decennia is de biodiversiteit in Nederland hard achteruitgegaan. Dramatische cijfers over de afname van het aantal insecten liggen nog vers in het geheugen. Maar ook karakteristieke bloemen, amfibieën en vogels hebben te lijden onder de druk op de natuur. Steden kunnen bijdragen aan het herstel. Het groen van bermen, parken en plantsoenen kan voor de nodige verbindingen zorgen. Ook biedt het insecten een schuilplaats en voedsel. Steeds meer provincies en gemeenten stappen daarom over op een plant- en diervriendelijker beheer van het openbaar groen. De natuur laten floreren Ook voor de gemeente Haarlem is dit ecologisch beheer de laatste jaren belangrijk geworden. Stadsecoloog Sjoerd Andela is enthousiast over de kansen voor de stadsnatuur: “Met ecologisch beheer wordt een monotoon straatbeeld al gauw kleurrijker en gevarieerder. De natuur floreert letterlijk doordat we op een nieuwe manier maaien. Er ontstaat meer ruimte voor nectarrijke bloemen en kruiden, wat goed is voor vlinders en bijen. Insecten, reptielen en kleine zoogdieren in de berm krijgen zo betere overlevingskansen.”
Maaisel laten liggen Om zover te komen dat bermen zich verbeteren, is volgens Andela eerst een betere bodemstructuur nodig. “Het is een proces van jaren. Grote hindernis is de stikstofdepositie van de laatste decennia. Stikstof, of dat nou van landbouw of het verkeer komt, verrijkt de bodem met nutriënten. Dit zorgt voor dominantie van snelgroeiende soorten. Engels raaigras met name, dat andere soorten verstikt. Dus is het zaak om de bodem eerst te verschralen. Door jaar na jaar het maaisel af te voeren, verwijder je ook het stikstof en krijgen bloemen meer kans. Maar met het afvoeren van het maaisel voer je ook insecten en zaden af en dat is zonde. Ecologisch beheer gaat tegenwoordig uit van later maaien en anders maaien. Bloemen blijven langer staan en krijgen de kans om uit te bloeien en zaden te krijgen. Daarna passen we cyclomaaien toe, waarbij de stengels op 10 centimeter hoogte worden gebroken. Het maaisel blijft vervolgens nog een paar dagen liggen. Zo kunnen insecten wegkruipen en zaden nog uitrijpen en naar de bodem vallen.” Maairegime per situatie Andela voegt eraan toe dat niet elke berm op deze manier hoeft te worden beheerd. “Met Spaarnelanden hebben we per berm het maairegime afgesproken en dat voeren ze uitstekend uit. Samen werken we aan een goede bermbodem en versterking van de biodiversiteit. Maar natuurlijk houden we ook rekening met zichtlijnen en de verkeersveiligheid. Op sommige plekken is het gewoon nodig om bermen kort te houden en dat kan prima.”
Ecologisch netwerk versterken
Verantwoordelijk voor het groenbeheer bij Spaarnelanden is Marjolein Bekkers. Als interim unitmanager voor Beheer Openbare Ruimte staat ze in nauw contact met opdrachtgever de gemeente Haarlem, de opdrachtgever. “Wat Sjoerd zegt, klopt met de visie die Spaarnelanden al een tijdje heeft. We staan er helemaal achter om het groen zo te beheren dat we de soortenrijkdom bevorderen. Dus hebben we ons maaibeheer daarop aangepast en speciale cyclomaaiers aangeschaft. Niet elke berm wordt op deze manier beheerd, en dat hoeft ook niet. Hier en daar bermen bloemrijker maken, zorgt al voor een sterker ecologisch netwerk in de stad, waar vlinders en bijen van profiteren. Het beheer is afhankelijk van de grondsoort en de locatie. Je kunt je voorstellen dat kruispunten voor de verkeersveiligheid overzichtelijk moeten blijven. Maar waar het kan, werken we steeds meer volgens de nieuwste ecologische inzichten.” Ruimte voor initiatief In de afspraken met de gemeente Haarlem werkt Spaarnelanden binnen een vastgestelde bandbreedte. “We hebben de ruimte om het beheer op punten aan te passen”, legt Bekkers uit. “Soms komen bewoners met ideeën over het groenbeheer, soms zien we zelf ook kansen voor verbetering. Dan overleggen we met de gemeente. Sjoerd heeft een beslissende stem in de ecologische ontwikkeling die wij op een bepaalde plek nastreven. Het gemeentelijk groenbeleidsplan is ons kader. Wij werken vervolgens met kansenkaarten, voor plekken waar volgens ons verdere ecologische ontwikkeling mogelijk is. Tegelijkertijd is het niet zo dat we helemaal niet meer maaien. Ook bij ecologisch beheerde bermen blijft maaien belangrijk. Maar hier stellen we het maaien uit tot na het bloeiseizoen. Maaien is goed om de berm niet te laten verwilderen en bloemen meer kansen te geven.” Gidssoorten monitoren Het bevorderen van de biodiversiteit in bermen is een doorlopend proces. Door dit goed gecoördineerd aan te pakken neemt de biodiversiteit jaarlijks toe. Haarlem monitort dit met de bijenmonitor. Andela: “Wilde graafbijen gelden als gidssoort voor de biodiversiteit van bermen. Juist in ecologisch gezonde bermen vinden ze de ruimte om holletjes te graven. Dus met de Bijenstichting monitoren we sinds een jaar de stand van deze soort. Als het goed is zullen we over een paar jaar in onze stad een stijgende lijn gaan zien. Daarnaast staan we ook in contact met de Vlinderstichting. Hun kennis over bepaalde soorten is voor ons beheer van onschatbare waarde.”